Aangetrokken door diepe meren en hoge vulkanen volgen wij de contouren van de Great Rift Valley. De cirkelende vorm van deze immense Oost-Afrikaanse slenk manifesteert zich niet alleen buiten mij, maar ook in mij. Onze reis langs de westkant van de slenk met de indrukwekkende meren is, net als het water, helder en met een vooruitziende blik. In Kenia en Tanzania daarentegen draaien we rondjes, zoekend naar een vervolg. Alsof het troebele water van de zoutmeren in dit deel van de Great Rift Valley mijn blik naar binnen leidt, weg van de verte. Over recht en onrecht en bijzondere ontmoetingen met Masai.
Nog nazinderend van de bijzondere ontmoeting met Sam en zijn moeder Ofra, verlaten wij de prachtige Mount Elgon-streek en passeren de grens met Kenia. Misschien deinzen we daardoor terug van onze eerste indruk van dit land. De wegen zijn slecht onderhouden, de dorpen en steden rommelig en ongestructureerd. Op de lokale markten of langs de weg zitten de verkopers in hun eigen afval. Geiten, schapen en soms zelfs koeien schrapen er hun kost bij elkaar. Ik ben wat voorzichtiger in het contact met de lokale bevolking en besluit om niet meer alleen over straat te gaan. Frans grijpt een paar keer in en houdt met een gestrekte arm de mannen letterlijk en figuurlijk op afstand om te voorkomen dat ze onze persoonlijke cirkel binnentreden. Het zijn vooral de jongere mannen die intimideren en hardvochtig vasthouden aan hun intentie ons geld af te troggelen. Mzungu vrouwen zijn bij voorkeur het doelwit en ieder vriendelijk woord van mij wordt gezien als een uitnodiging. De Keniase vrouwen zijn even vasthoudend, maar verpakken het wat slimmer in een niet mis te verstaan en hard klinkend ‘sister!’. Op de markten wordt het mij aan alle kanten toegeroepen in een poging mij als klant te lokken, Frans daarbij compleet negerend.
Klasseverschil
Mensen vechten voor hun bestaan. De werkloosheid in dit land loopt in de armste streken op tot 70%. Het klasseverschil is zeer groot, evenals het contrast tussen het platteland en de steden.In de zwaar bewaakte shoppingmall van Nakuru – het terroristische Al Shabaab slaat overal toe waar westerse invloeden zichtbaar zijn – genieten wij van een grote capucino met worteltaart. De luxueuze winkels worden bezocht door veel expats en enkele, in doorsnee veel te dikke, rijke Kenianen. Net als in Zuid-Afrika gaat welvaart hier gepaard met vetzucht. Kleine arme boerenhutjes steken schril af tegen de immense boerderijen, soms duizenden hectares groot. De landbouw is in tegenstelling tot de rest veelal goed georganiseerd. Een erfenis van de 80.000 boeren die in de koloniale periode vanuit de UK hier naar toe emigreerden en de goede landbouwgronden op de vlakke plateaus of rondom de vulkanische bergen in beslag namen. Op de wat armere gronden bij de kleinere boerderijtjes zie ik veel afgedankt materieel: oude tractoren, van Duitse of Engelse makelij, die ooit ergens in Europa dienst deden. Het voert mij terug naar mijn jeugd. Mijn vader leerde mij al op jonge leeftijd deze kleine tractoren te berijden. Meestal zat hij dan naast mij, in het kleine stoeltje op het grote achterwiel. Later was het onze hond ‘Tjoepie’ die mij overal vergezelde. Soms werd ik aangehouden door een van de dorpsdienders. Hun ‘reprimande’ heeft geen blijvende indruk bij me achtergelaten en leidde nooit tot een bekeuring.
Actieradius
Dat verloopt anders aan de grensovergangen bij Kenia en Tanzania die wij diverse malen passeren. Onze actieradius in Kenia is kleiner dan gedacht. Een route richting noorden wordt ons sterk afgeraden wegens de roofovervallen en de opvlammende moordpartijen tussen stammen die elkaars vee stelen. De terroristische acties van Al Shabaab nemen ook verder toe. De moordpartij op de bijna 200 studenten in het noordoosten van het land is nog maar paar weken oud. We zien af van onze voorgenomen terugtocht via Ethiopië. Het risico is te groot. Zelfs door de politie geëscorteerde auto’s en colonnes zijn niet veilig. Niet alleen wij als westerlingen, maar ook onze auto is een zeer geliefd hi-jack-doel. Landcruisers worden door de terroristen ingezet als warcars. Wij hebben ons heel erg verheugd op Ethiopië en Noord-Sudan, maar het zit er deze reis niet in. We besluiten terug te reizen richting Zuid-Afrika om daar te onderzoeken hoe we onze reis naar Europa gaan organiseren. In onze zoektocht naar een verder vervolg van onze reis maken we twee rondjes Kenia/Tanzania en passeren we de landsgrenzen drie maal. Bij vrijwel iedere grenspassage ondervinden we voor de eerste keer deze reis problemen. De nieuwste Keniaanse en Tanzaniaanse douanekantoren lijken letterlijk en figuurlijk uit marmer gehouwen. Met uiterlijk vertoon steken de twee landen elkaar de loef af. De opstelling van de dienstdoeners binnenin is even hard als het bouwmateriaal aan de buitenkant. Regels en computers zijn doel geworden en dicteren het proces. De meeste ambtenaren weten niet hoe ze gegevens moeten invoeren of zijn niet op de hoogte van de juiste toepassing van de regels. Dat laatste toegeven is een absoluut taboe en dus staan we urenlang herhaaldelijk uit te leggen wat de bedoeling is van ons internationaal carnet, het paspoort van onze auto. Soms met succes, soms ook niet. Het vraagt veel van ons geduld en tart ons gevoel voor recht en onrecht.
Cirkelen rond vulkanen
Op ons eerste rondje Kenia cirkelen we rondom Mount Kenia en Mount Elgon, maar de twee oude vulkanen laten hun toppen niet aan ons zien en hullen zich in de mist. We halen we ons hart op aan de oevers van Lake Baringo, een van de zoutmeren van de Great Rift Valley. Op weg daarna toe volgen we een heftige 4×4 track die ons door een onherbergzaam en droog gebied leidt, vol cactussen, acacia’s en droge zanderige rivierbeddingen. Alleen geiten kunnen hier nog worden gehouden. Bij een van de weinige hutten houdt een jonge vrouw ons spontaan aan en gebaart ons haar mee te nemen. Ze schrikt zichtbaar van haar eigen actie als we pal voor haar hut stoppen. In allerijl wordt de familie gemobiliseerd: een lange jonge man sleept een 40 kg zware zak -vermoedelijk met mais – aan en helpt zijn vrouw liefdevol in de auto; een jongere zus rent naar achteren en komt vijf minuten later terug met een zak groente; een jongen slaat verlegen het tafereel gaande en springt verschrikt weg als ik een foto neem van het landschap bij de hut. Het verbaast ons iedere keer weer welke afstanden deze mensen moeten overbruggen om op hun plek van bestemming aan te komen. Zo ook bij deze jonge vrouw. We rijden km’s lang over een zwaar gedeformeerde weg waar zelfs geen bodaboda kan rijden en moeten een rivier oversteken waar de brug recent is weggeslagen. De waterpomp steekt eenzaam en alleen op een betonnen plateau halverwege de rivierbedding boven alles uit. Alleen op aanwijzing van de vrouw vinden we een route door de rivier en over de steile oevers. In een ieniemienie gehuchtje, een paar km van een doorgaande weg, wordt de jonge vrouw ontvangen door haar familie, die ons vol verbazing en met open monden nakijkt tot we uit het zicht zijn verdwenen. De dankbaarheid van de vrouw is buitensporig groot. Misschien terecht, want hoe zou deze familie haar mais normaal moeten transporteren?
Gehavend
De oevers van Lake Baringo zien er gehavend uit. We hadden een ander beeld voor ogen, maar daarin zijn wij geen uitzondering. De enige camping aan het meer stroomt vlak na onze aankomst vol met expats en wat rijkere Kenianen uit Nairobi. Ze zijn vrij op de dag van de arbeid en hebben een lang weekend voor de boeg. Een Keniaanse UN-onderzoeker van middelbare leeftijd laat naast ons twee tenten opzetten door de staf. Zijn drie puberende, zeer stads geklede, dochters kamperen voor het eerst. Onderdeel van de opvoeding, zo vindt hij. Hij wil ze de plek laten zien waar hij vroeger zo vaak kwam. Maar van het nabijgelegen luxe hotel is niet veel meer over dan een ruïne. Het zwembad, dat ooit werd gedeeld door het hotel en onze camping, ligt onderwater en de meeste hippo’s zijn elders op zoek gegaan naar grasland. Lake Baringo is een paar jaar geleden overstroomd. Omdat, volgens de dorpelingen, de ‘afvoer’ van het meer verstopt zat. Een eiland midden op de zoute plas is door de grote hoeveelheid water gaan drijven en heeft de natuurlijke afvoer van het water uit de omringende bergen verhinderd. We nemen de verklaring ter kennisgeving aan: is het werkelijkheid, doelredenatie of fantasie? Hoe dan ook: het nabijgelegen dorp, de camping en het hotel werden voor een groot deel verwoest. De gedupeerde inwoners in deze arme streek kregen een nieuw stukje land verderop. De vergoeding voor een nieuw huis zat er niet meer in. Het meer heeft er een ‘spooky’ theatraal beeld aan overgehouden. De dode, wit aangeslagen stammen en takken contrasteren prachtig met het groenroze water en de blauwe bergen op de achtergrond. Een mooie fourageerplek voor de visarend en reigers. In het maanlicht krijg ik associaties met onze Hollandse winter en Sinterklaas. Door de naakte boomskeletten valt in het schemerdonker de zeldzame Eagle Owl op die onverstoorbaar blijft zitten als een kleine vogel hem probeert weg te jagen.
Buitensporig
Een bezoek aan andere zoutmeren is voor ons niet echt weggelegd. Voor het kleinste stukje natuur wordt net als in Tanzania buitensporig hoge entreeprijzen gevraagd. Dat geldt ook voor de wildparken. Soms moeten Muzungu zelfs voor de weg ernaar toe betalen. Lokale communities barricaderen de route en vragen hoge tolgelden voor een doorgang, ook al is via de roadtax alles betaald. Voor alles in Kenia en Tanzania – ook accommodaties- wordt een onderscheid gemaakt tussen citizens, residents en non-residents. Het verschil tussen de laatste twee loopt soms op tot 1000%. Het reizen wordt daarmee voor een handjevol rijkere inwoners en expats aantrekkelijk gemaakt, maar schrikt ons af. De vraag is of de twee landen zich dit beleid kunnen permitteren nu het inkomend toerisme zo dramatisch blijft dalen. Buitenlanders blijven in groten getale weg uit angst voor terrorisme en ebola. Wij zoeken de randen van de wildparken op en hopen zo aan onze trekken te komen. Na een meer dan vreselijke overnachting in een truckerscafé langs de drukke weg van Nairobi naar Mombassa, voelt ons verblijf in de luxe Lions Hill lodge als een stukje paradijs op aarde. Volgens een oude legende wierpen de leeuwen hun welpen op deze heuvel, aan de rand van het huidige Tsavo East Park. Het uitzicht vanuit onze safaritent op het park is majestueus en ik voel me een rijk mens met onze eigen douche, warm water en wifi. Het Indische management van de lodge is commercieel genoeg om ons een aanlokkelijke prijs te bieden voor een vol-pension-verblijf. Wellicht de reden dat hier ook nog andere gasten zijn, maar meer dan een dag zit er voor ons niet in en we verhuizen naar een verder uitgestorven lodge een halve kilometer verderop. Aan de fence met het park klappen we onze tent uit, tussen twee kleurrijke hagen van bougainville, nog geen tien meter van een waterhole vandaan. Drie dagen lang zitten wij op de eerste rang in ons eigen theater. Op het toneel komen en gaan hordes olifanten, waterbokken en baboons. De interactie tussen deze beesten hebben we nog nooit zo lang en uitgebreid kunnen bestuderen en we gaan er helemaal in op. De eerste avond wordt onze rust ruw verstoord door andere gasten, een jong stel, dat na een uur weer vertrekt uit de banda naast ons. De jonge vrouw weet zich even geen raad als ze ons ziet en glipt snel naar binnen en weer weg, met haar ogen neergeslagen. Een soortgelijk tafereel zagen wij ook bij aankomst in deze lodge. Onze fantasie gaat met ons op de loop en geeft ons een besmuikt gevoel. De volgende dag vraag ik de jonge Keniaanse beheerder wat er aan de hand is. Hij weet zich geen raad en zoekt naar woorden. “So, they come here just for having sex?”, vraag ik hem na een tijd, waarop een opgelucht “Yes” van hem volgt. Dat opent ons gesprek over het huwelijkse leven van de Keniaan, waarbij veelwijverij sinds een paar jaar wettelijk is toegestaan. Tenminste, als de eerder gehuwde vrouw(en) daarin toestemt. Dat gesprek aangaan en de consequenties daarvan accepteren is niet weggelegd voor iedereen, dus wordt de lodge stiekem gebruikt door vreemdgangers. De gast van gisteren houdt er 3 minnaressen op na. De grote baas in Duitsland weet daar vermoedelijk niets van. Het incident herhaalt zich niet meer. De beheerder begrijpt onze boodschap maar al te goed dat wij er geen deelgenoot van willen zijn.
Veel vrouwen
Veelwijverij ontmoeten wij ook bij ons tweede rondje Kenia in de omgeving van het Masai Mara Park, in het zuid-westen. Wij zijn op weg naar Moses en Laura die wij bij Lake Baringo hebben ontmoet en die een kleine lodge annex campsite hebben dichtbij dit populaire park. Pas bij ons vertrek, veel later, ontdekken we dat Moses en onze Rwandese vriend Greg Bakunzi elkaar heel goed kennen. Misschien geen toeval, want ook hier voelt het alsof we even thuiskomen. Moses -een kikuyu- is jarenlang werkzaam geweest als safarigids, maar heeft zich hier gesetteld nadat hij Laura onmoette, een voormalige tandartsassistente uit de UK. Zij -lief, verlegen en teruggetrokken- en hij – veelprater, humoristisch, en een hoge gunfactor- lijken voor elkaar geschapen. De campsite van het jonge stel is geen vetpot, maar ondanks dat besteden zij een deel van hun geld aan de scholing van Masai-jongeren en zetten zij zich in voor originele lokale projecten. Op hun terrein dartelen zeven prachtige honden rond, vijf daarvan zijn puberende, uit de kluiten gegroeide puppies, die behoedzaam worden bewaakt nu in de nabijheid een Chinese Lodge haar poorten heeft geopend. Sinds enige tijd verdwijnen er op mysterieuze wijze honden uit het nabijgelegen Masai dorp. Hyena’s stelen s’nachts de botten die de honden uit het wildpark naar de campsite slepen. Maar de honden is geleerd niet aan te slaan, ook niet als een olifant zijn slurf in het nachtverblijf van de honden steekt. Moses spreekt in tegenstelling tot de meeste Kenianen meerdere talen en heeft een open mind. Al vroeg in zijn leven werd hij door zijn ouders in contact gebracht met andere culturen, onder meer met die van de Masai. Dat is een grote uitzondering in een land dat verdeeld is door een stammenstrijd. Circa 20% van de Keniaanse bevolking is kikuyu, een politiek en maatschappelijk bevoorrechte groep. Dat de Masai -5% van de bevolking- in het buitenland bekender zijn en misschien ook meer aanzien hebben, ligt vooral aan de opvallende volksaard, waarin eigenwijsheid, moed en krijgskunst overheersen. De opvoeding van de jonge mannen staat centraal in de Masai-samenleving en loopt volgens strikte riten.
Slechtste dirtroad ever
Op weg naar Moses en Laura, maken wij op hun advies een tussenstop bij een vriend. Het laatste stuk is weliswaar maar 60 km, maar de weg is de slechtste dirtroad tot nog toe en vraagt veel tijd. Wij overnachten op een campsite van een plaatselijke Masai-parlementariër, waar een andere Moses het beheer doet. Een bijzondere Masai, die ons s ’avonds bij een glas bier alles vertelt over zijn huwelijkse leven en ons de volgende dag de nabijgelegen zoutpannen laat zien. Van heinde en ver komt het wild hiernaar toe om aan het zout te likken. Bij de meeste Masai is een gedwongen huwelijk gebruik, naast veelwijverij. Moses zijn aandacht is veel op Frans gericht, begrijpelijk voor een sterk patriarchale samenleving, maar ik ben toch even uit het veld geslagen als Moses naar mijn leeftijd vraagt en daarop verbaasd aan Frans vraagt of hij niet van jonge vrouwen houdt? Hij antwoord diplomatiek dat hij graag naar jonge Afrikaanse vrouwen kijkt vanwege hun gracieuze verschijning, maar dat een man ook een keuze moet maken. De meeste huwelijken zijn bestendige verbintenissen, maar niet bij Moses. Zijn vrouw verliet hem jaren geleden, samen met zijn jonge zoon. Over de toedracht wil hij niets kwijt, maar het is zichtbaar dat zijn gekrenkte trots en zijn pijn een herstel van de relatie in de weg staan. Bij ons vertrek ruilen we een paar bezittingen uit. Ze staan symbool voor onze wederzijdse culturen. Ik geef een paar zijden sjaals en een blouse en Frans een short en een fel groen shirt. Van Moses krijgen we twee krijgersattributen die hij gebruikt in zijn dagelijks werk: een groot mes voor Frans in een versleten foedraal van gedroogde darmen en voor mij zijn oude ‘club’, een soort werpknuppel.
Trotse Masai
Op onze 60 km lange tocht over de gravelroad nemen we een oude man mee die langs de weg staat te liften. Ik help hem bij het instappen achterin en kijk recht in zijn kruis als hij met opgetrokken knieën op onze bank plaats neemt! De oude Masai-mannen dragen geen broek onder hun lange gewaden. Ruim 50 km lang rijdt hij met ons mee en gebiedt ons vastberaden de richting die wij moeten rijden. We begrijpen niets van zijn verhaal en alleen bij het woord ‘Mamma’ weten we dat hij mij aanspreekt, maar zijn boodschap ontgaat ons. Als hij uitstapt en ik hem vraag of ik een foto van hem mag nemen, wendt hij stijfkoppig zijn gezicht af. En jonge meid die hem helpt vertelt ons dat hij geld wil voor een foto. Dat doe ik uit principe niet. Maar de oude trotse man draait onmiddellijk bij als ik protesteer en aangeef dat een wederdienst op zijn plaats is voor de lange rit in onze auto. Gewillig poseert hij voor de camera. Zijn plek op de achterbank wordt ingenomen door een jonge zwangere verlegen vrouw. Haar man fluistert haar bij het instappen in dat ze vooral moet poseren aan het eind van haar rit.
Grote grijns
Bij Moses en Laura ontmoeten we George, die luistert naar de Masai-naam Kimaru, oudste zoon. Hij heeft 80 koeien en een grote kudde schapen, voldoende bezit om onderwijs te betalen voor zijn vijf jonge kinderen. Hij heeft bewust voor monogamie gekozen. “Een nieuwe vrouw betekent ook meer kinderen”, zegt hij met een grijns, “en daar begin ik niet meer aan.” De bruidsschat die Kimaru betaalde voor zijn vrouw was te overzien omdat hij als jongeling een leeuw doodde. De manen van zijn leeuw draagt hij bij feesten als hoofdtooi ten teken van getoonde moed. Een jonge man die er niet in slaagt een leeuw te doden betaalt meer koeien voor zijn vrouw en krijgt minder aanzien. Kimaru vertelt ons alles over de riten die gelden voor de jonge mannen en de relatie met hun vee en het wild. Het dwingt veel respect bij me af over de manier waarop deze mensen leven met en in de natuur. De Masai zijn er tot nog toe in geslaagd veel van hun gebruiken in stand te houden, maar de grote vraag is hoe lang dat nog duurt. Ze doen er veel aan om hun cultureel erfgoed te behouden. Voor ons is de slagroom op het Masai-toetje de jaarlijkse scholencompetitie Masai-dansen die wij bezoeken in het nabijgelegen dorp. In een verhitte gymzaal die bol staat van de zweetlucht, zitten honderden ouders die vol trots kijken naar de excentrieke en vooral energieke dans van hun jonge zonen, waarin het elastisch op en neer springen de boventoon voert. Ik zit op de stoffige grond, eerste rang, vlak voor en half onder de tafel van de jury en voel het vuur van de dans: sierraden en hoofdtooien vliegen rond en af en toe moet ik wegduiken voor een ‘minispeer.’ De passie die de jongens in hun dans leggen is prachtig en hoopvol voor de toekomst.
Schattige vulkaan
Onze reis in Kenia sluiten we af met een bezoek aan Mount Suswa, een onbekende en schattige vulkaan in de Great Rift Valley. Laura en Moses brengen ons in contact met Jeremiah, een wijze Masai die zich voor dit project inzet. Het centrum van de vulkaan bestaat uit een krater in een krater. Het uitzicht is indrukwekkend. In het landschap vallen de kleine geisers op. De condens van het hete water wordt door de Masai opgevangen en gebruikt als drinkwater. De Keniaanse overheid aast al een tijd op dit gebied om er elektriciteit op te wekken voor het dichtbevolkte Nairobi. Het overleg met de bewoners is nihil en het vertrouwen is tot een dieptepunt gedaald: de meer dan corrupte overheid belooft iets, maar komt zijn afspraken niet na. Jeremiah leidt ons naar het ondergrondse grottenstelsel dat is ontstaan door de afkoelende lavastromen. Sommige gangenstelsels liggen als tubes in een underground boven elkaar. In één van de grotten huist een grote groep bavianen, die overdag buiten de grot foerageert. We lopen waakzaam tussen hun uitwerpselen door en zijn blij met onze handschoenen. Een BBC-team kampeerde een week lang in de grot om opnamen te maken van de ‘vergadering’ van de baboons. Het alfa mannetje neemt plaats in een rotszetel en geeft opdrachten en overlegt met de leden van de groep. Sinds die tijd heet de grot ‘Houses of Parliament’. De documentaire verschijnt in 2017 in een serie van aapstudies. Ik kan me niet voorstellen dat het BBC-team hier een week heeft gekampeerd. De penetrante geur vult de hele ruimte en onze neus en we zijn blij als we de grot verlaten om daarna te ontdekken dat in de volgende grot waar we inkruipen een nog penetrantere reuk hangt. Miljoenen vleermuizen hangen hier aan het plafond. In het donker kunnen wij ze niet zien, maar wel horen en ruiken. We lopen op een zachte ondergrond van centimeters dikke gedroogde en verse vleermuizenpoep en moeten onze hoofdlichten afnemen omdat anders ons zicht door miljoenen kleine insecten wordt verhinderd. Ze eten de poep en de lijkjes van de dode vleermuizen. De lucht staat bijna stil in de grot en de temperatuur is hoog. Ik heb even het gevoel weer terug te zijn in een van Limburgs steenkolenmijnen, diep onder de grond, en ben blij als we weer in de buitenlucht zijn. A once-in-a-lifetime experience. Ik had het niet willen missen, maar ik weet niet of ik een dergelijk avontuur nog eens aanga.
Recht of onrecht
Een reis als deze brengt bijna evenveel ervaringen als inzichten. Soms gaan ze diep, soms niet. In deze eerste cirkel word ik me pijnlijk bewust van mijn boosheid. Mijn gevoel van onrecht speelt mij parten. De gang van zaken aan de grens, de hoge prijzen voor de parken, het iedere keer terugkerende dispuut over de verschillende prijzen en last but not least de projectie van veel Afrikanen op Muzungu die schijnbaar over een ezel beschikt die goud poept. Mijn irritatie is voelbaar voor anderen, voor Frans, voor de mensen die wij onderweg ontmoeten, voor de douaniers waarmee we onderhandelen. Recht of onrecht, het doet er niet toe. Acceptatie van teleurstellingen en meebewegen is het enige dat mij nog rest. Het geeft me even, héél even, het gevoel van machteloosheid dat de meeste Afrikanen zo goed kennen. Ik leer, langzaam aan, van hun bewonderenswaardige, tolerante, soepele geest. This is Africa madam! Enjoy! Zegt, Frans die er net iets beter tegen kan.
Om al onze foto’s te bekijken, klik hier door voor onze foto’s op Flickr,
Om onze route door Kenia te zien en te kijken waar we nu zijn, klik hier door naar onze pagina op Polarsteps,
Info en websites van bijzondere en mooie plaatsen in Kenia:
www.robertscamp.com (Lake Barringo)
Thomson Falls Lodge(Nyahururu, mount kenya)
Batians view Campsite, www.batiansview.com (Naro Moru, mount Kenya)
www.lionhilllodge.com (Voi, Tsavo)
Red Elephant Lodge (Voi, Tsavo)
www.ilariak_ecolodge.co.ke (Narok-sekenani)
www.maraexplorers.com (Masai Mara)
Beste Bertie en Frans,
‘rondjes draaien’ gelezen en ‘beleefd’ onder ‘genot’ van een Afrikaanse temperatuurtje. momenteel is het hier tegen de 37 graden.
Binnenblijven dus en geen grote lichamelijke inspanningen uitvoeren. Karin al helemaal niet. [De Ms speelt haar behoorlijk parten.]
Frans heeft gelijk met z’n uitspraak “This is Africa madam! Enjoy!”. Het is een heel andere wereld dan die waar wij hier in het europese
deel in leven. Accepteren, er blijft je niets anders over. Veranderen kun je daarin helemaal niets. Ik kan mij nog goed herinneren dat wij in de vijf weken Malawi onze zichtbare ‘onrecht-zaken’ daar, voor ons zelf moesten houden. In het openbaar daarover iets zeggen of je over uiten, kon al teveel zijn. Je liep dan kans dat je de volgende dag ergens in een Gab of zoiets met een zware hamer dikke stenen klein stond te slaan. Gelukkig is dat toen niet gebeurd.
Ik denk nog heel vaak terug aan die vijf Afrikaanse weken in 1975. Zeker nu door jullie verslagen. Het eerste beeld waaraan ik dan altijd het eerste denk is zoals het bovenstaande plaatje van de ‘Muddroads’ In een witte Renault R4 dwars door het Afrikaanse landschap. Bij tegemoetkomend passerend autoverkeer toch maar eventjes stoppen daar je een halve minuut niets meer kon zien vanwege het oranje opstuivende zandstof. Was wel spannend Een klein ritje voor ergens in een klein stadje of dorpje hield al gauw een 150 km rijden in.
Ik denk er ook aan terug, aan de eerste weken, de tijden nadat wij weer terug waren van Malawi. Daar waren ook zeker de eerste vijf weken voor nodig om weer te wennen aan ‘onze’ eigen cultuur met het alles ‘d’r op en d’r aan’. Als ik het goed heb, gaan jullie je langzaam maar zeker buigen over de terugreis organisatie?
Ben benieuwd wat jullie tot dan nog allemaal zullen/kunnen/mogen meemaken. Dank voor het verslag.
Karin en ik wensen jullie bij deze nog een verdere voorspoedige en intens belevende voortzetting van jullie Afrika reis.
En vooral, dat wij jullie ‘straks’ weer ‘gezond en wel’ THUIS mogen begroeten.
John en Karin
Ik hoop dat jullie de hittegolf goed hebben overleefd of is het nog steeds zo heet bij jullie? Tja: recht en onrecht. Wat een andere wereld was dat toen met een dictatoriaal regime. Maar de vraag is of het nu wel zo effectief is om recht en onrecht bespreekbaar te maken. De afrikanen weten vaak beter: halen hun schouders op en gaan door met hun leven. We hebben gemerkt dat het redelijk ineffectief is om zaken te bespreken. Meestal wordt het afgedaan met een opmerking dat het niet hun keuze of besluit is. Van het kastje naar de muur sturen dus. Dus ook wij halen nu onze schouders op, halen een keer goed adem en gaan door met ons leven. In Tanzania, waar we net vandaan komen, is het fenomeen ‘staken’ in opkomst. Redelijk uniek voor een Oost-afrikaans land, zo begrijpen wij. En ook een effectief middel als het op de verkiezingen aankomt, zoals nu. Dus langzaam maar zeker veranderen zaken. Onze terugreis? Denk ik even nog niet aan. Ondanks de vlagen van heimwee die voorbij komen, verlang ik nog niet naar nederland. T zal zeker wennen zijn……..
Beste Bertie en Frans,
‘rondjes draaien’ gelezen en ‘beleefd’ onder ‘genot’ van een Afrikaanse temperatuurtje. momenteel is het hier tegen de 37 graden.
Binnenblijven dus en geen grote lichamelijke inspanningen uitvoeren. Karin al helemaal niet. [De Ms speelt haar behoorlijk parten.]
Frans heeft gelijk met z’n uitspraak “This is Africa madam! Enjoy!”. Het is een heel andere wereld dan die waar wij hier in het europese
deel in leven. Accepteren, er blijft je niets anders over. Veranderen kun je daarin helemaal niets. Ik kan mij nog goed herinneren dat wij in de vijf weken Malawi onze zichtbare ‘onrecht-zaken’ daar, voor ons zelf moesten houden. In het openbaar daarover iets zeggen of je over uiten, kon al teveel zijn. Je liep dan kans dat je de volgende dag ergens in een Gab of zoiets met een zware hamer dikke stenen klein stond te slaan. Gelukkig is dat toen niet gebeurd.
Ik denk nog heel vaak terug aan die vijf Afrikaanse weken in 1975. Zeker nu door jullie verslagen. Het eerste beeld waaraan ik dan altijd het eerste denk is zoals het bovenstaande plaatje van de ‘Muddroads’ In een witte Renault R4 dwars door het Afrikaanse landschap. Bij tegemoetkomend passerend autoverkeer toch maar eventjes stoppen daar je een halve minuut niets meer kon zien vanwege het oranje opstuivende zandstof. Was wel spannend Een klein ritje voor ergens in een klein stadje of dorpje hield al gauw een 150 km rijden in.
Ik denk er ook aan terug, aan de eerste weken, de tijden nadat wij weer terug waren van Malawi. Daar waren ook zeker de eerste vijf weken voor nodig om weer te wennen aan ‘onze’ eigen cultuur met het alles ‘d’r op en d’r aan’. Als ik het goed heb, gaan jullie je langzaam maar zeker buigen over de terugreis organisatie?
Ben benieuwd wat jullie tot dan nog allemaal zullen/kunnen/mogen meemaken. Dank voor het verslag.
Karin en ik wensen jullie bij deze nog een verdere voorspoedige en intens belevende voortzetting van jullie Afrika reis.
En vooral, dat wij jullie ‘straks’ weer ‘gezond en wel’ THUIS mogen begroeten.
John en Karin
Ik hoop dat jullie de hittegolf goed hebben overleefd of is het nog steeds zo heet bij jullie? Tja: recht en onrecht. Wat een andere wereld was dat toen met een dictatoriaal regime. Maar de vraag is of het nu wel zo effectief is om recht en onrecht bespreekbaar te maken. De afrikanen weten vaak beter: halen hun schouders op en gaan door met hun leven. We hebben gemerkt dat het redelijk ineffectief is om zaken te bespreken. Meestal wordt het afgedaan met een opmerking dat het niet hun keuze of besluit is. Van het kastje naar de muur sturen dus. Dus ook wij halen nu onze schouders op, halen een keer goed adem en gaan door met ons leven. In Tanzania, waar we net vandaan komen, is het fenomeen ‘staken’ in opkomst. Redelijk uniek voor een Oost-afrikaans land, zo begrijpen wij. En ook een effectief middel als het op de verkiezingen aankomt, zoals nu. Dus langzaam maar zeker veranderen zaken. Onze terugreis? Denk ik even nog niet aan. Ondanks de vlagen van heimwee die voorbij komen, verlang ik nog niet naar nederland. T zal zeker wennen zijn……..
Ha Bertie en Frans, goed om weer van jullie te horen.
Toepasselijke titel trouwens: rondjes draaien. In de auto en in je hoofd lijkt het wel -:)
Overigens ben ik het direct eens met het idee dat wij een ezel hebben staan die goud poept. Moet je je voorstellen dat er een land is, een werelddeel, waar mensen in huizen wonen die zo duur zijn als bij ons een heel ziekenhuis. Het láátste probleem dat die mensen kunnen hebben is geld…. Vanuit bepaald Afrikaans perspectief zijn wij die mensen. (vanuit Grieks perspectief ook geloof ik inmiddels).
Dat van Ethiopië en Noord-Soedan is wel jammer natuurlijk, hoewel ik wel nieuwsgierig was geweest of je zomaar in Soedan had kunnen rondreizen. De keren dat ik in Khartoum ben geweest was strikt op uitnodiging van een bedrijf, en we begrepen al snel dat dat bedrijf ook garant stond voor ons – zonder dat bedrijf weet ik niet goed hoe ik daar had kunnen zijn. Hoe dan ook: veel vervolg-avontuur gewenst; en lees ik nu dat je de terugreis naar Europa voorbereidt…?
groeten
Jan, Nies
Ha Bertie en Frans, goed om weer van jullie te horen.
Toepasselijke titel trouwens: rondjes draaien. In de auto en in je hoofd lijkt het wel -:)
Overigens ben ik het direct eens met het idee dat wij een ezel hebben staan die goud poept. Moet je je voorstellen dat er een land is, een werelddeel, waar mensen in huizen wonen die zo duur zijn als bij ons een heel ziekenhuis. Het láátste probleem dat die mensen kunnen hebben is geld…. Vanuit bepaald Afrikaans perspectief zijn wij die mensen. (vanuit Grieks perspectief ook geloof ik inmiddels).
Dat van Ethiopië en Noord-Soedan is wel jammer natuurlijk, hoewel ik wel nieuwsgierig was geweest of je zomaar in Soedan had kunnen rondreizen. De keren dat ik in Khartoum ben geweest was strikt op uitnodiging van een bedrijf, en we begrepen al snel dat dat bedrijf ook garant stond voor ons – zonder dat bedrijf weet ik niet goed hoe ik daar had kunnen zijn. Hoe dan ook: veel vervolg-avontuur gewenst; en lees ik nu dat je de terugreis naar Europa voorbereidt…?
groeten
Jan, Nies