Zilverwitte stranden, kobaltblauw water, levendige vissersdorpen, een onderwaterwereld vol mooie kleurrijke vissen die er niet alleen prachtig uitzien, maar ook heerlijk smaken. Malawi, een paradijs op aarde. Althans voor westerlingen die de evenzo prachtige lodges bezoeken aan het Lake Malawi. Dat geldt niet altijd voor de ruim 13 miljoen inwoners die dit land telt. Die worden ook geconfronteerd met de keerzijde van Malawi: honger, armoede, corruptie en bureaucratie. Hoe is dat mogelijk, zo vragen wij ons af, in een land waar wij het tot nog toe beste wegen-, telefoon- en internet ontmoeten en waar voor ons gevoel iedere tiende auto een Landcruiser is van de een of andere ontwikkelingsorganisatie? We genieten volop van het prachtige Malawi, de idyllische plekjes aan het meer, de gastvrijheid en vriendschappen die wij onderweg ontmoeten. Ons bezoek aan een bisschop en een school in het meest zuidelijke en armste deel van Malawi maakt de meeste indruk.
Vanuit Zambia rijden we in de regen naar de hoofdstad Lilongwe en drinken daar onze eerste en ook enige cappuccino in Malawi. De mensen zijn open en nieuwsgierig; het begroetingsritueel is lang en uitgebreid. In de stromende regen, onder het donzen dekbed, overnachten we op een backpackersplek waar het wemelt van de jonge Nederlandse vrouwen, allemaal vrijwilligers. Pas als we de volgende dag naar het zuiden rijden wordt het wat droger. Niet alleen de regen, maar ook de luxe, laten we achter ons. Het is druk op alle wegen, mensen die lopend op hun hoofd of op hun fiets van alles heen en weer sjouwen: hout, takken, houtskool, kippen, geiten, groenten, fruit. Bij vrijwel iedere tiende kilometer is een wegblokkade, met slagbomen, politieagenten en hun ondefinieerbare aanhang. Al die blokkades worden gesponsord, blijkbaar is er geen geld om het van staatswege te financieren. Er wordt druk gecontroleerd, maar we zijn er bij de ruim 50 blokkades, waarvoor we in dit land op de rem moeten, niet achter gekomen waar ze nu naar op zoek zijn.
We genieten volop van de heerlijke plekjes aan het meer waar het wemelt van de vissersdorpjes. Soms voelen we ons als god in Frankrijk. We staan alleen op zilverwitte stranden waar een zachte koele bries waait en we uitkijken op het meer met vissende aalscholvers, hamerkoppen en kingfishers – ijsvogels, maar hier in Malawi dan zonder ijs. ’s Nachts horen we de golven op het strand slaan. De lichtjes van de kleine vissersbootjes dansen op het water. Er worden scholen met kleine ‘dagaa’ visjes gevangen die vroeg in de ochtend door de vrouwen op grote groene netten te drogen worden gelegd en op de markt of langs de straat worden verkocht. De handel in de grotere vissen die overdag wordt gevangen is meer voor de mannen. De zware houten boten worden halverwege de middag door de handelaren met veel kabaal aan land getrokken.Daarna start een lawaaierige en vinnige veiling, waar wordt geboden op kavels van op grootte gesorteerde vissen, die tussen de bootschotten in liggen. De vrouwen, met hun kindjes op de rug en met hun lege emmertjes in de hand, blijven op afstand en wachten tot de deal is gesloten. De sfeer in de vissersdorpjes is gezellig en rumoerig. De mensen zijn ondernemend en ingesteld op handel. We kopen bijna iedere dag een prachtige tilapia die we op houtskool garen. Bij een kleermaker laat ik van Afrikaanse stof een twinset maken die de ethische toets – knieën, schouders… eigenlijk alles bedekt! – in de Oost-Afrikaanse landen kan doorstaan. De kinderen in de vissersdorpen zien er goed uit. We zien ze vaak een snee brood eten, een absolute luxe voor Malawië, waar de maïspap meer gangbaar is.
De drukke hoofdstad en de gemoedelijke vissersdorpen staan in menig opzicht in schril contrast met het arme en wat dunner bevolkte zuiden van Malawi. Reizigers komen hier niet vaak. Het is geen doorgangsgebied, het is klimaat is warm en vochtig of heet. Wij zijn op weg naar Chikwawa, naar de school waar het plaatselijke bisdom en de Voerendaalse familie Nilwik zich zo’n twintig jaar geleden aan hebben verbonden. Als we tegen de avond in Chikwawa het terrein van het bisdom oprijden, passeren we een Toyota bestelautootje. Een leverancier, of medewerker? Omdat er niemand bij de gate staat besluiten we de chauffeur te vragen waar we moeten zijn en rijden een stukje terug. Het heeft net weer even flink geregend en de oprijlaan ligt vol met grote plassen. Het is extreem warm en vochtig. Ik stel mezelf voor en ontdek dat het bisschop Musikuwa zelf is. Ik sta middenin zo’n grote plas en kan nog net voorkomen dat hij er met zijn mooie crème witte bisschopsrok instapt. Hij dirigeert ons naar de achterkant van het immense gebouw en rijdt zelf terug naar waar hij net vandaan kwam. We krijgen een warme hand van hem, zacht. Hij is een beetje kleiner dan ik en heeft een gemoedelijke uitstraling. Zijn twinkelende ogen kijken ons onderzoekend aan. Geen optie om hier onze tent uit te klappen en onze maaltijden zelf te bereiden. Wij zijn de persoonlijke gast van de bisschop en dat merken we. Father George, de jonge assistent, krijgt opdracht de kamers in orde te brengen. Er wordt gepoetst, bedden worden opgemaakt en vleermuizen weggejaagd. Dat laatste blijkt een plaag in het grote gebouw, daar verontschuldigt de bisschop zich meteen voor. Maar het lijkt niemand te deren merken we, als we even later in de ontvangst- en woonruimte zitten en er een vleermuis naast ons op de vloer zit.
Wij voelen ons ongemakkelijk bij zoveel gastvrijheid. De elektriciteit is uitgevallen, maar achter de schermen gaat alles door. Pogingen om daarin een bijdrage te leveren worden door de bisschop lachend in de wind geslagen, alsof hij in het schemerige donker ons ongemak op onze gezichten kan aflezen. Hij haalt zelf de koele drankjes voor ons en schenkt in. De grote keuken met elektrisch fornuis is verlaten en aan de achterkant van het gebouw wordt op kleine stoofjes druk gekookt. Het nieuws van ons bezoek verspreidt zich snel. Een wat oudere lange man wandelt de woonkamer binnen en stelt zich voor, een professor in de antropologie die met emeritaat is en zijn oude dag doorbrengt in het huisje pal naast de woonkamer. Hij voegt weinig aan ons gesprek toe, en ook in de dagen erna merken we niet veel van zijn aanwezigheid. Af en toe horen wij hoe hij wat stuntelig oefent op zijn viool en dringt klassieke muziek de woonkamer binnen.
De bisschop wil weten of wij gelovig zijn. Als hij hoort dat wij wel katholiek maar niet actief zijn in het geloof, lijkt hem dat niet te raken. We praten over het geloof, over de kerk, over zijn bisdom en vooral over zijn bezoek aan Paus Franciscus afgelopen november. Het was een aangename verrassing voor hem de paus ’s ochtends vroeg bij het ontbijt aan treffen in het guesthouse waar hij met zijn malawische collega’s verbleef. Misschien de eerste paus die niet (altijd) in het pauselijk paleis woont? Desgevraagd antwoordde de paus hem dat hij bij mensen wilde zijn om te zien en voelen wat er speelt. Het verblijf in het paleis zou hem te veel isoleren van de gelovigen. Het is duidelijk voelbaar dat bisschop Musikuwa veel sympathie koestert voor deze ‘paus van het volk’. Herkent hij zijn eigen ideeën en visie hierin, zo vraag ik me af? Ons verblijf is tot mijn spijt te kort om het daar uitgebreid met hem over te hebben. Evengoed komen we ook niet toe aan een gesprek over zijn vertaalslag van de ‘he4she’-campagne, die op de dag van onze aankomst van start gaat. Een politiek breed gedragen campagne, getuige de bobo’s – president, vicepresident, het hele parlement, VN-vertegenwoordigers – die de start van de campagne bijwonen. Of is dit een façade? Na het diner kijkt de bisschop naar nieuws en actualiteiten op TV: BBC World, Al Jazeera Africa en deze avond ook de Malawische zender die alle plichtsmatige speeches uitzendt van de ‘he4shecampagne’, uitgesproken door de president en andere hoogwaardigheidsbekleders. De campagne heeft tot doel de vrouwen in het land gelijkwaardig te behandelen, politiek-maatschappelijk meer kansen te geven en mishandeling in huiselijke sfeer te bestrijden. De uitzending roept bij ons veel vragen op. Over de huidige politieke leider van Malawi en zijn verbinding met het volk, over zijn relatie met de lokale chiefs. We proeven veel afstand en arrogantie. Het is zichtbaar dat de president geen warme band heeft met de natuurlijke en traditionele leiders in het land. Dat is geen goed teken. Daags erna domineert een schandaal in de gezondsheidszorg de voorpagina van de krant. Buitenlandse giften en donaties aan de ontwikkeling van de Malawische gezondheidszorg blijken desinvesteringen. Nieuwe klinieken die, soms tot 15 jaar lang, leeg blijven staan, waar nog geen arts of verpleger ooit binnen is geweest. Dat alles vanwege de ruzie tussen de centrale en decentrale overheden met als gevolg dat de hoogzwangere moeder nog steeds 10 km ver moet lopen voor hulp, terwijl een nieuwe, door de centrale overheid niet erkende, kliniek om de hoek ligt. Het zegt iets over het bestuur van dit land, maar vooral ook iets over de vorm van hulp die het westen ondanks alle nieuwe inzichten en kritische geluiden nog steeds verleent. Hoe hardleers zijn we!
In het bisdom Chikwawa heeft de Katholieke Kerks gelukkig wel goede relaties met de lokale chiefs. De priesters in de twaalf parochies selecteren jaarlijks een aantal meiden, dat veel talent en nada geld heeft voor verdere vorming. Een 4-jarige middelbare schoolopleiding bij de St.Lawrenceschool for girls – de enige in het landelijke zuiden van Malawi – kost 360.000 kwacha, omgerekend € 800,–. Voor westerse begrippen niet veel, maar voor de arme bewoners in het diepe zuiden een luxe die zij zich nooit zouden kunnen permitteren. In dit gebied zijn vrijwel jaarlijks en ook nu weer overstromingen. Als we het gebied binnenrijden zien we dat het water zich deels al heeft teruggetrokken. Veel akkers staan nog onder water en sommige bewoners zijn nog ondergebracht in vluchtelingenkampen. De overheid verstrekt nieuw zaad als de rivier weer naar haar bed en de mensen naar hun huis terugkeren. De modder wordt weggeveegd, vissen die in de opdrogende plassen zijn achtergebleven worden gevangen en opgegeten, bruggen en wegen worden gerepareerd. Maar de oogst is mislukt en de mais is schaars. Structurele oplossingen ontbreken. Het verklaart waarom de St. Lawrenceschool for girls vrijwel alleen wordt bezocht door meiden uit het nabije Blantyre, een van de snelst ontwikkelende steden in Malawi en na Lilongwe de grootste stad van het land. Maar dankzij de hulp en steun van de familie Nilwik (Jacques, Trees en dochter Anniek) en de Voerendaalse parochianen van de St.Laurentiuskerk krijgen ook getalenteerde meiden van arme boerenfamilies uit de zuidelijke regio een kans.
Wij worden om 10.00 uur verwacht op de school die tegenover het bisschoppelijk huis woont. Om rond te kijken, de sfeer op te snuiven, met de staf te praten en vooral de meiden te ontmoeten. father Valerian, verbonden aan de school en het nabijgelegen seminarie, haalt ons op en vertelt welke thema’s mogelijk interessant zijn. Als er belangrijkstelling voor is, zo bied ik aan, wil ik ook nog graag een workshop persoonlijk leiderschap doen met de oudere meiden. Het gesprek met de staf loopt stroef. We proeven weerstand die wij niet kunnen verklaren en nemen die zoals die is. Wij praten met hen over hun uitdagingen in hun werk, maar voelen in de antwoorden meteen het appèl dat op ons wordt gedaan. Zij kunnen niet goed lesgegeven omdat er geen bibliotheek is, of onvoldoende boeken. We vragen hoe ze daar mee omgaan en welke oplossingen ze zien. In hun antwoorden herkennen we hun neiging vast te houden aan tradities. Ze willen geld voor de voor hen bekende route. Op een enkele enthousiasteling na, missen we bij de staf de passie en het animo om buiten de gebaande paden te treden, creatieve oplossingen te bedenken. Zelf papers schrijven? Action Learning? Onderzoek naar E-books? Het gesprek met de leerkrachten is lastig en het kost me moeite hun gedrag in het juiste perspectief te plaatsen en er oordeelloos naar te kijken. Ik zie de potenties, de enorme mogelijkheden die vaak niet eens geld hoeven te kosten en het frustreert me dat ik voor deze staf en de leerlingen zo weinig kan betekenen. Het is geen onvermogen van de leerkrachten, ze doen op hun manier hun uiterste best en weten niet beter. De staf zelf is het allerbelangrijkste instrument voor onderwijs en opvoeding en er wordt niet veel in hen geinvesteerd. Er is geen bijscholing, er zijn geen rolmodellen en er wordt niets ondernomen om de 12 leraren te inspireren, bijvoorbeeld in de vorm van uitwisselingen met andere scholen, buddy-systeem met andere landen etc. Maar misschien nog veel bepalender is de honderden jaren oude en nog steeds overheersende gedachte dat de blanke westerling niet alleen meer geld of macht heeft, maar vooral ook meer weet en de zwarte afrikaan van hem iets te leren heeft. Wij zien en horen de voorbeelden daarvan bijna dagelijks op onze reis door deze landen en het is pijnlijk confronterend. Het houdt een afhankelijke houding in stand en smoort creativiteit en ondernemerschap in de kiem. Een uitwisseling met een Nederlandse school, zou een enorme hulp in de richting zijn, op leerling- én op stafniveau. Met de nadruk op wederzijds, want de westerling kan zoveel leren van de afrikaan……….
De St. Lawrenceschool is traditioneel en degelijk. Voor ons gevoel te traditioneel, maar dat weerlegt niet dat de school een van de beste slagingspercentages van Malawi land heeft en daarmee behoort tot de betere scholen. “When you educate a man, you educate a person; when you educate a woman, you educate a Family” was het motto van bisschop Mkori, de toenmalige oprichter van de school. Dat geplaatst in de familie- en stammencultuur in Afrika, is onderwijs nog steeds een van de meest effectieve hulpvormen. Voorafgaand aan mijn mini-workshop hebben wij ‘s middags maximaal 1,5 uur de tijd om de leerlingen iets te vertellen over Europa en omgekeerd hun vragen te stellen. De ontmoeting met de meiden staat in schril contrast met ons gesprek met de leerkrachten. Tot onze grote verbazing wachten ze allemaal in de grote hal van de school op ons, 270 jonge meiden op stoeltjes in de zaal en wij met z’n tweetjes op het podium. Het zweet breekt ons aan alle kanten uit, niet vanwege die grote belangstelling, maar vanwege de hitte, van het dak en van al die energieke lijven. Hoe onze levensstijl is; hoe de scholen zijn georganiseerd; hoe oud we zijn (hilariteit); hoeveel kinderen we hebben; of er belasting wordt betaald in ons land en of iedereen dat doet; of wij geloven in witchcraft (heel brutaal); wat we eten; wat het lekkerste Malawische gerecht is……..? Regelmatig liggen ze in een deuk. Als Frans tegen mij zegt dat ik er vooral heel jong uit zie met mijn 58 jaar, of als ze horen dat we ook cornflakes eten. Hilarisch is ook de reactie op mijn vraag wie er moeder wil worden, nadat we zien dat bijna iedereen in de zaal arts wil zijn. Wij worden erg geraakt door het enthousiasme van de meiden, wat een energie en oprechte nieuwsgierigheid. Er komt geen einde aan de vragen. Die 1,5 uur is te kort en als wij het podium verlaten kunnen we ons niet van ze losmaken. Ze staan met z’n allen om ons ons heen. Frans wordt gevraagd wat hij met de kleur van zijn ogen heeft gedaan en bij mij kunnen we niet met hun handen van mijn haar afblijven. In de tussentijd worden opnieuw vragen op ons afgevuurd, moet ik een foto van Hester laten zien die met een luid oooh en aaaah wordt ontvangen. We maken ons met moeite los van de groep. De ontmoeting is goed voor ons ego, Frans voelt zich als Bruce Springsteen! Ik hoop dat onze steen in het water, hoe klein dan ook, aan de kant zorgt voor golfjes.
Terug in het huis van de bisschop duiken wij de grote keuken in. Met zijn meest charmante glimlach wist de bisschop ons in de ochtend te verleiden een maaltijd voor ons allen te koken. De keuken is in de tussentijd volgeladen met proviand en keukenprinses zuster Alice, wat een heerlijke schat van een mens, heeft het heft in handen genomen. De traditionele Malawische gerechten voor de avond zijn al klaar: maïspap, vis, varken, kip, bruine boontjes, een curry…. De vijfkoppige keukenstaf kijkt vol belangstelling toe hoe wij koken. Ik maak een pompoensoep en Frans een pasta met groene boontjes. We ontmoeten verrukking over de kruiden die wij uit onze auto tevoorschijn toveren: kaneel, gember, gedroogde pepertjes, oregano, marjoraan, tijm en verbazing over de messenset die wij meeslepen en de staafmixer, die wij voor het eerst deze reis gebruiken. Ik maak de pompoensoep mooi zalvig. Zuster Alice, hangt er met haar neus en een grote glimlach boven en snuift alles letterlijk en figuurlijk op. De ‘keuken’ ligt in een deuk als ik vertel dat ik ‘bisschops’ heet en Frans als gebruikelijk erachteraan roept dat hij de paus is. Onze gerechten worden goed ontvangen. De bisschop is vooral verrukt van de parmezaanse kaas die hij rijkelijk over de pasta strooit, terwijl hij mompelend father George vraagt daar maar eens naar te zoeken als hij in de supermarkt in Blantyre is.
De teleurstelling is groot als wij tijdens het eten aankondigen dat wij de volgende dag vertrekken. Onze plannen om nog een dag langer te blijven, hebben we laten varen. Een bezoek aan het nabijgelegen wildpark is lastig vanwege de modderige wegen. Wij beginnen last te krijgen van de hitte, de hoge luchtvochtigheid en de penetrante geur van de ethanolfabriek in de moerassen van Chikwawa. Vooral ’s nachts speelt de warmte mij parten en het kabaal van de vleermuizen boven ons plafond en soms in de kamer. In de laatste nacht kruipt tot mijn schrik een vleermuis onder het muskietennet dat ik iedere avond zorgvuldig onder het matras trek. Terwijl de vleermuis daarboven in mijn muskietennet rondfladdert, stel ik me voor hoe de bisschop zou reageren op zo’n beestje: gelaten en op zijn gemak. Dat beeld stelt me gerust, ik draai me om en slaap verder. Even later word ik wakker van een zacht geruis. In het maanlicht dat naar binnen valt, zie ik hoe de vleermuis langs de binnenkant van mijn net naar beneden glijdt, bij het matras wat wriemelt en weer onder mijn bed verdwijnt. Alsof het een dagelijks ritueel is.
De volgende ochtend nemen we afscheid. We drinken koffie die wij met onze kleine perculator in de auto maken en eten zoet gebak -een soort ‘nonnevot’*)- dat zuster Alice de dag ervoor heeft gebakken. De voorraad vers geroosterde pindanootjes, ook van zuster Alice, verdwijnen in een plastic zak en gaat met ons mee. De bisschop geeft voor de derde keer deze ochtend aan dat zijn huis, voor altijd ook ons huis is. Dat zijn geen lege woorden. Zelden hebben wij zo’n gastvrijheid ontmoet. Dit voelt een klein beetje als een ‘thuis’ waar wij altijd naar terug kunnen keren.
*) een soort Limburgs gebak, gemaakt van zoet gistdeeg, dat meestal in de carnavalsperiode wordt gegeten.
Wie de meiden in het zuiden van dit land financieel wil steunen kan een bijdragen overmaken aan NL60RABO0154885762 t.n.v. J.H. Nilwik inzake Chikwawa. Wie een mentale bijdrage wil leveren of kan helpen in een uitwisseling kan een mail sturen naar a.nilwik@ezorg.nl of j.h.nilwik@kpnmail.nl.
Om al onze foto’s te bekijken, klik hier door voor onze foto’s op Flickr
Feiten
We reden vanuit Zambia via de hoofdstad Lilongwe naar zuid Malawi en langs Lake Malawi naar het noorden. We stonden hééél lang bij Chitimba Camp in het gelijknamige plaatsje aan de noordelijke kant van het meer vlakbij Livingstonia van de Limburgse Eddie en Carmen Peeters. Wie nog op zoek is naar een anderhalve maand lange luier-werk-verblijf in dit paradijsje kan contact opnemen met ed-carmen@chitimba.com. Zij zoeken voor dit voorjaar nog een beheerder. We hebben Malawi een kleine week geleden verlaten en zijn aan de westkant van Tanzania langs het Tanganyika-meer naar het noorden gereden. Wij zijn nu in Kigoma, vlak voor de grens met Burundi.
Websites van bijzondere en mooie plaatsen in Malawi:
Fat Monkeys Lodge (CapeMaclear, zuidkant Lake Malawi)
www.makuzilodgemalawi.com (chintheche, halverwege Lake Malawi)
www.chitimba.com (chitimba, vlakbij Livingstonia)
Lieve Bisschop en Paus,
Wat een prachtig en emotioneel verslag. Het is of ik de reis mee mag beleven. Bertie je hebt weer een talent er bij!
Herkenbaar wat je schrijft , frustrerend dat met name de oplossing in geld wordt gezocht.
Ik wens jullie een mooi vervolg en kijk uit naar het volgende verslag.
Hartelijks uit het frisse en lenteachtige Holland.
De paus zegt”orbi en urbi”
Lieve Bisschop en Paus,
Wat een prachtig en emotioneel verslag. Het is of ik de reis mee mag beleven. Bertie je hebt weer een talent er bij!
Herkenbaar wat je schrijft , frustrerend dat met name de oplossing in geld wordt gezocht.
Ik wens jullie een mooi vervolg en kijk uit naar het volgende verslag.
Hartelijks uit het frisse en lenteachtige Holland.
De paus zegt”orbi en urbi”
Bertie , een heel bijzondere sfeerbeschrijving. Los van de hitte moet het een bijzondere belevenis zijn geweest. Qua naam is de bisschop een ver ‘familielid’, en dat speelt in je verslag mee. Een leuke coincidentie. Jullie hebben niet besloten om er te blijven als ontwikkelingswerkers, al scheelde het weinig. Mooie foto’s ook. Veel liefs uit een stormachtig Altea. Jos
Hoi Jos. Wat leuk dat je reageert. Ontwikkelingswerkers? Haha. Ja. Voor mij wel, maar ik geloof niet dat deze paus in t huis van de bisschop gaat werken. Lentestorm in altea! Hoe is het met je gezondheid? We denken vaak aan je. Groetjes aan Ria.
Bertie , een heel bijzondere sfeerbeschrijving. Los van de hitte moet het een bijzondere belevenis zijn geweest. Qua naam is de bisschop een ver ‘familielid’, en dat speelt in je verslag mee. Een leuke coincidentie. Jullie hebben niet besloten om er te blijven als ontwikkelingswerkers, al scheelde het weinig. Mooie foto’s ook. Veel liefs uit een stormachtig Altea. Jos
Hoi Jos. Wat leuk dat je reageert. Ontwikkelingswerkers? Haha. Ja. Voor mij wel, maar ik geloof niet dat deze paus in t huis van de bisschop gaat werken. Lentestorm in altea! Hoe is het met je gezondheid? We denken vaak aan je. Groetjes aan Ria.
Hallo Bertie Frans,
Net hier in Wellington over jullie belevenissen gelezen. Voor mij herkenbaar .Ook wij kwamen vaak in contact met geestelijken maar geloof stond niet op 1 maar het menselijke was belangrijker.Voor mij nog 1 weekje in dit prachtige land voor ik huiswaarts ga.
Groeten Joop Liv
He Joop en liv,
Geniet er vooral van die laatste week van je dochter, van t land, en de Toyota. Haha. Landcruiser?
Hallo Bertie Frans,
Net hier in Wellington over jullie belevenissen gelezen. Voor mij herkenbaar .Ook wij kwamen vaak in contact met geestelijken maar geloof stond niet op 1 maar het menselijke was belangrijker.Voor mij nog 1 weekje in dit prachtige land voor ik huiswaarts ga.
Groeten Joop Liv
He Joop en liv,
Geniet er vooral van die laatste week van je dochter, van t land, en de Toyota. Haha. Landcruiser?
Ha Bertie,
Zijn net gearriveerd in Napier op zoek naar Wifi.
De Toyota staat al weer te koop op Trade me (Toy corrola autm) waar we zonder problemen 8600 km mee gereden hebben ook veel over gravel.Morgen vroeg op pad naar Jan v Gent colonie.De Kiwi ontbreekt nog op de dieren lijst gaan we s’nacht nog een keer voor op pad .
Groeten Joop Liv
Ha Bertie,
Zijn net gearriveerd in Napier op zoek naar Wifi.
De Toyota staat al weer te koop op Trade me (Toy corrola autm) waar we zonder problemen 8600 km mee gereden hebben ook veel over gravel.Morgen vroeg op pad naar Jan v Gent colonie.De Kiwi ontbreekt nog op de dieren lijst gaan we s’nacht nog een keer voor op pad .
Groeten Joop Liv