Onze reis ligt voor ons open als wij de grens met Zambia overgaan, ontvankelijk voor alles wat zich aandient. We hadden niet kunnen bevroeden dat dit land ons zoveel rijker zou maken. Het is alsof we een snoer van parels afglijden: stuk voor stuk glanzend mooi en kleurrijk. Water is de leidraad op onze reis door Zambia, met als absoluut hoogtepunt de Bangweulu wetlands. Geïnspireerd door het ruige landschap en elkaar voelen we ons bevrijd en zoeken we nog meer het avontuur op. Over prachtig Zambia en een ontmoeting met kunstenaars in Zimbabwe. .
“Why thoo you have shjo many names?” lispelt de jonge Zambiaanse douanier. Met grote bloeddoorlopen ogen kijkt hij me vragend aan. “Born catholics in our country sometimes do” antwoord ik. Maar iedere uitleg is aan hem verspild. Het is vrijdagmiddag en hij is straal bezopen. Ons visum krijgen we dit keer niet aan de grens, maar in een dorpje 30 kilometer verderop. Het kleine douanekantoortje midden op het intieme pleintje is hermetisch gesloten. Een vriendelijke winkelier belt de douanier. “There was a function” legt de douanier later uit “I had to be there”. Alsof drinken in diensttijd een vanzelfsprekendheid is. Met het puntje van zijn tong uit zijn mond schrijft hij tergend langzaam het visum voor mij en Frans uit. Hij heeft niet in de gaten dat ik hem fotografeer; heel erg verboden, maar ik kan de verleiding niet weerstaan. Frans heeft een gescheurd en dubbel geplakt visum en ik nieuwe namen: Bisshops Herbertina Maria Leonta.
Ondernemerschap
De overgang van Oost- naar Zuid-Afrika is drastisch. Swahili is niet langer de voertaal. Velen beheersen de Engelse taal. We zien weer kleine, maar wel echte en goed gevulde supermarkten met westerse producten. De invloed van Zuid-Afrika is merkbaar. Net als een half jaar geleden worden we aangenaam verrast door het ondernemerschap dat we hier op een aantal plekken aantreffen. In het kleine havenstadje Mpulungu aan de rand van het Tanganyika meer maken we doodmoe en gefrustreerd een tussenstop en overnachten in een simpele lodge. We hebben die dag 400 km afgelegd over gravelwegen. Vergeefs, want onze oversteek naar Sumbu aan de oostkant van het meer bleek niet haalbaar. De ruim 20 meter brede rivier was voor ons te diep en te breed. De aansporingen van de dorpelingen negeren en besluiten terug te keren. Maar Charity heeft onze gemoedstoestand snel in de gaten en duikt de keuken in om op haar stoofje en gril voor ons de meest voortreffelijke nkupi (yellow belly) vis ever te bereiden. Simpel en basic met wat citroen en gember. Wij zijn de enige gasten op de campsite en zij houdt van gezelschap. Met een veel te groot en rammelend gebit vertelt zij haar verhaal, soms onverstaanbaar omdat ze letterlijk de kiezen op elkaar houdt, anders valt haar gebit eruit. Als jonge, alleenstaande moeder ging ze in dienst bij een Indiase wateringenieur die een kleine lodge kocht. Nu, zoveel jaren later, beheert zij die lodge. De inkomsten uit de maaltijden zijn voor haarzelf. Haar zoon Marino vertrekt over een paar dagen naar Lusaka om pharmacologie te studeren. Zijn lange studie wordt door een Oostenrijkse universiteit gefinancierd. De jonge Marino werkte jarenlang als vrijwilliger mee aan een vissenstudie en voert de kleine visjes in het bassin achter in de campsite. Een lange, knappe, jonge vent. Toen bleek dat Marino bovenmatig slim was, heeft zijn moeder de stoute schoenen aangetrokken en de wetenschappers in Oostenrijk om hulp gevraagd. Beiden reageren als door een wesp gestoken als ik ze feliciteer met zo’n weldoener. “Ik heb er hard voor gewerkt” zegt Marino kordaat en vol zelfvertrouwen. “Als je geen doelen stelt en je werkt er niet voor, dan bereik je niets.” Een moeder en een man naar ons hart. In de dagelijkse Afrikaanse werkelijkheid ontmoeten we dit zelden, terwijl het zo nodig is.
Reinigend en zuiverend
Het Tanganyika meer heeft voorgoed een plek in mijn hart veroverd. Opnieuw word ik verliefd op dit immens heldere en diepe meer. Nergens heb ik de reinigende en zuiverende kracht van water zo ervaren als op deze plek. Een paar km bij Mpulungu vandaan slaan we onze tent uit bij een kleine lodge die maar een paar maanden per jaar wordt gebruikt door een team van Canadese en Zwitserse biologen. Celestine en Augustin verzorgen de plek en wonen er, samen met hun kinderen en kleinkinderen. Eigenlijk is het niet meer dan een paar hutjes, wat lege, uiterst eenvoudige gastenhutten en wij dan, pal aan het water. Net als Celestine was ik me in het meer en gebruik het water om te koken. Het lijkt de kleine zwart-gele visjes niet te interesseren: ze blijven roerloos hangen in het heldere water als ik mijn balans zoek op de grote ronde keien. Alleen hun kleine vinnetjes gaan op en neer. Vroeg in de ochtend doe ik mijn yogaoefeningen en mediteer. Moeiteloos, alsof het hoort bij deze plek. Ik word gedragen door de energie hier. De kleine familie houdt gepast afstand. Af en toe zoeken we elkaar op en praten over de wereld, dichtbij en ver weg: over de haan en de kippen, over hun kinderen en over de tweede wereldoorlog. De kleintjes en de kat komen soms op bezoek. We delen een tohpaytohpay vrucht die we in Tanzania hebben gekocht en die nu pas heerlijk rijp is. Van een visser kopen we samen een enorme Nkupi vis die, deze keer door Frans gebakken in de koekepan, alweer goddelijk smaakt. We nemen met moeite afscheid van deze plek als we een week later vertrekken.
Water als leidraad
Zambia is ‘landlocked’. maar desondanks is water overheersend aanwezig. Lake Tanganyika bevat maar liefst 1/6 van de totale zoetwatervoorraad op onze aarde en het land ligt tjokvol met grote ruige rivieren die het landschap van noord naar zuid en west naar oost doorsnijden. Op onze reis door Zambia is water de leidraad. Het kan bijna niet anders. In Shiwa kamperen we aan de rivier en laven we ons in het warme geneeskrachtige water. In Mutinondo Wilderness kamperen we wild, genieten we van de nachtelijke geluiden van de hyena en springen we over de kleine watervallen tussen de prachtige bolle rotsen. Op de community campsite bij Lake Waka Waka worden we als enige gasten heel erg verwend door de dorpelingen. Bij de Wonder Gorge kamperen we wild op de rotspunt tussen twee 500 meter diepe gorges. Aan de Lower Zambezi staan we ruim een week alleen op een verlaten privécamp omringd met agressief trompetterende olifanten. Allemaal indrukwekkende water-hoogtepunten, maar de redelijk onbekende Bangweulu wetlands staan voor ons met stip bovenaan. Je moet er dan ook heel wat voor over hebben om hier te komen: geld voor een privévliegtuig of veel tijd en een goede 4×4. Het kost ons een hele dag om het smalle bijna onbegaanbare zandweggetje af te rijden dat ons tot diep in de moerassen voert. Aan weerszijden daarvan liggen eenvoudige rieten hutjes, afgewisseld met voetbalveldjes, schooltjes en hangplekken. De bewoners in dit gebied reizen met het water mee. Als in de winter het moeras opdroogt, reizen de vissers en hun families verder de wetlands in en bouwen daar opnieuw hun rieten onderkomen. De ranger is uiterst verbaasd als wij tegen het schemerdonker bij de slagboom aankomen. De gidsen die ons verder moeten voeren zijn al naar huis. Dankzij onze GPS en wat bandensporen vinden wij onze weg naar een basic campsite die in het kloppend hart van het moeras ligt. Onderweg zien wij duizenden Black Leche antilopen. In de ondergaande zon lichten hun buiken oranje op. De Bangweulu wetlands is de enige plek in Afrika waar deze prachtige dieren voorkomen. Net als de gnoes in de Serengeti reizen hier honderdduizenden Black Leches met het water mee om het malste gras te vinden. Vroeg in de ochtend zien we indrukwekkend grote groepen prachtige antilopen uit de moerassen komen, waar ze s’ nachts de bescherming zoeken voor jagende hyena’s . Het een prachtig en indrukwekkend beeld.
Onooglijke vogel
Maar hoe indrukwekkend ook, we zijn hier ook voor de bijzondere vogels, waaronder de zeldzame shoebill storck: bijna 1,50 meter hoog, onooglijk om te zien, heel schuw en met uitsterven bedreigt. Deze keer niet door toedoen van de mens. De kuikens van de shoebill hebben de nare gewoonte hun jongere broer of zus de schedel in te slaan zodra die uit het ei is gekropen en de eerste visjes van zijn ouders krijgt. Wie de foto’s bekijkt, die priemende blik ziet en die immens grote bek met scherpe punt eraan, begrijpt al snel dat met een shoebill niet te spotten valt, hoe klein hij ook zijn. In de wetlands zijn ze nu met een pilot begonnen om het tweede kuiken te redden zodra dat uit het ei is gekropen. Eenmaal volwassen wordt de vogel weer teruggeplaatst in de natuur. Op onze Afrikareizen hebben wij vaker geprobeerd de shoebill te spotten, zonder succes. Misschienlukt het nu wel. We trekken vroeg in de ochtend de moerassen in, maar pas na het middaguur lijkt onze poging te slagen. Twee vissers hebben een shoebill gezien, op een plek, diep in het moeras, die alleen bereikbaar is per boomkano. Dankbaar maken we gebruik van het aanbod de overtocht te maken met dit smalle, wankele ding. Die tocht maakt al even veel indruk als de shoebill zelf en trekt veel belangstelling van de lokale bevolking. Ik probeer me in hun positie te verplaatsen, maar het moet voor hen toch wel een heel raar gezicht zijn om die klunzige muzungu te zien die zich onhandig in zo’n smalle boot hijsen om maar een glimp op te vangen van die onooglijke ooievaar. Rare vogels.
Bevrijd
Onze ervaringen in Tanzania hebben ons, en vooral mij, in meerder opzichten bevrijd. Ik kan makkelijker loslaten, ontspan eerder in lastige situaties en we plannen nauwelijks meer. We tekenen onze route grof uit, zoeken onderweg interessante of geheimzinnige weggetjes op waar nog iets onbekends te ontdekken valt en vertrouwen er maar op dat zich ergens een slaapplek aandient. Ons persoonlijk proces en de kou op de Zambiaanse hoogvlakte drijft ons letterlijk weer terug in elkaars armen. Hoe groter het avontuur, hoe meer we op elkaar kunnen bouwen. Dat avontuur zoeken we ook echt op. Op een stil weggetje naar de ‘Wondergorge’ valt onze eerste dieseltank bijna onder onze auto vandaan. De strop is aan een kant losgeschoten. De bout die al eerder bleek te zijn vast gelast, is gebroken. Deskundige hulp is op afgelegen plekken als deze ver te zoeken. We zetten onze auto boven een greppel, zodat Frans er gemakkelijker onder kan werken. Een oude vriendelijke man met veel te grote rubberen laarzen aan zijn voeten wil helpen, maar blijft vervolgens in opperste verbazing in het dorre gras naast de auto liggen. Af en toe mompelt hij wat in een onbekende taal, maar voor de rest doet hij er betekenisvol het zwijgen toe. Al zijn aandacht gaat uit naar het wonderlijke gereedschap dat uit onze auto wordt gehaald en de handelingen van Frans. Vooral het slijpen en uitboren van de gebroken bout is een precaire klus. Met een stevig gerepareerde strop rijden wij laat in de middag verder en komen in het schemerdonker aan. In onze koplampen doemt alleen nog maar metershoog gortdroog gras op. Onze GPS navigeert ons er door heen en voert ons naar een doodlopende punt op de rotsen, 500 meter boven de twee rivierslenken. We zitten ver bij de bewoonde wereld vandaan. Het is er doodstil en pikkedonker. Wij hebben geen idee hoe onze omgeving eruit ziet en wat daar allemaal in rondwaart. Het is grappig te ontdekken welke rituelen we nodig hebben om ons een plek eigen te maken en ons veilig te wanen. Frans verkent meestal in een grote wijde cirkel de omgeving, terwijl ik wat aanrommel en ruimte maak dichtbij de auto. Zo sprokkelen we ook ons hout voor het vuur als we aankomen en zoeken we de stenen voor de brandplek. Vroeg in de ochtend maaien we het hoge gras rondom de auto. Het geeft ons een veiliger gevoel: voor mij omdat ik denk zo het ongedierte beter te spotten en voor Frans omdat hij denkt bij bosbrand het vuur iets beter te kunnen beheersen. Nergens op onze reis beleven we de vrijheid zo intens als hier. Mij geeft het een groots en onafhankelijk gevoel. Misschien is dat ervaren van vrijheid hier intenser omdat deze eenzame en prachtige plek even helemaal van ons is en wij onbelemmerd onze eigen gang kunnen gaan met goedvinden van de baboons. Maar misschien zit het ook in onszelf en in ons groeiend vermogen de vrijheid voluit te omarmen en de hang naar zekerheden te laten varen.
Hindernissen
Ons verlangen naar avontuur brengt ons op veel plekken waar we een weg moeten banen door en langs hindernissen: boomstammen, varkens, metershoog gras.
[metaslider id=1279]
Maar soms zijn die hindernissen een te grote uitdaging. Dat overkomt ons op de Leopard Hill Road, die ons door een bergachtig terrein voert van hoofdstad Lusaka naar het gehuchtje Chiawa aan de Lower Zambezi. “I love driving, but stopped using that road three years ago” zegt de sympathieke en onderhoudende Reg Kmfula als we laat in de avond bij zijn Kwalata Lodge aan de Zambezi aankomen, “too dangerous for me and my car.” Dat het een ruige weg is wisten we wel, maar daar bestaan geen objectieve gradaties voor. Dus hoe schat je dat in? Een prachtige route, die eenmaal genomen geen point of return heeft. Keren is bijna onmogelijk op het smalle weggetje waarvan grote delen door het water zijn weggeslagen en andere delen weer door steile droge riverbeddingen voeren vol met grote puntige keien. In de Serengeti heeft onze auto op twee wielen gestaan toen we te veel naar een kant helden. Een akelige ervaring die nog vers in ons geheugen staat gegrift. Ik houd mijn hart vast en benijd Frans niet als hij achter het stuur kruipt, nadat we met uitgehouwen stenen en soms met hout weer een wegdeel hebben ‘gebouwd’. Als in een hink-stap-sprong manoeuvreert hij de auto van kei naar kei. Soms ligt er niets en is de auto aan weerskanten opgesloten door schuine wegkanten of weggespoelde delen. Terwijl hij rijdt, gids ik hem van kei naar kei en kant naar kant. Op de steile hellingen ren ik vooruit en probeer mijn balans te zoeken op zand en keien. Een enkele keer val ik languit vlak voor de auto, soms weet ik op tijd weg te springen, en soms kom ik dan juist aan de kant terecht waar de auto naar toe helt. Niet handig. We werken ons drie slagen in de rondte en vieren ons feestje bij iedere barrière die we nemen. Wij zijn nat van het zweet, vies van modder en zand en onze benen zitten onder de schaafwonden. Maar allesoverheersend is ons gevoel van trots als we laat in de middag constateren dat we het gevaarlijke deel achter ons hebben gelaten.
Bananen
We verlaten Zambia en steken de Zambezi over op weg naar Mana Pools, een klein National Park aan de noordkant van Zimbabwe. Er is niet veel te koop in het stadje aan de grens. We zijn heel blij dat we net daarvoor allemaal verse groenten hebben gekregen van de jonge Jeroen Zonneveld die wij ontmoeten als wij op goed geluk een grote bananenplantage oprijden. Wij zijn uiterst verrast als de jonge boer die ons op zijn quad tegemoet komt spontaan Nederlands begint te praten. Hij is net een paar maanden hier en werkt als manager op de plantage. Voor de tweede keer deze reis wordt onze auto volgeladen met heerlijk verse groenten en fruit. Van de te grote courgette maken we overheerlijke soep en de bananen eten we wat sneller dan gewend op. Olifanten in Zimbabwe houden van bananen, zo weten we. De slagtandsporen op onze auto herinneren ons daar nog dagelijks aan. Mana Pools is een bijzonder wildpark, maar valt ons tegen. Dat ligt niet aan Mana Pools of de bureaucratische en rigide regels hier. We zijn verwend en hebben ruim een week aan de andere kant van de Zambezi gestaan, met alle mogelijke privacy en de meest prachtige vergezichten. Nu hebben we een plek wat verder bij de rivier vandaan en buren, die meer van de drank houden dan van de nachtelijke geluiden om hen heen. ’s Nachts plast een olifant pal naast onze tent. Pas in de ochtend ontdek ik dat het geen droom is, maar werkelijkheid. We raken gewend aan de dieren om ons heen, maar gelukkig is onze verwondering over al die prachtige beesten onverminderd aanwezig. Vooral over die jonge luipaard die ons in Mana Pools verwelkomt als we samen met een liftende politieagent naar het bushcamp rijden. Luipaarden zijn schuw en laten zich niet zo snel zien. Wij hebben deze reis het geluk dat er veel op ons pad komen. Maar geen enkele luipaard kwam zo dichtbij. Drie meter bij ons vandaan gaat dit exemplaar languit zitten, roepend en uitkijkend naar moeder, broer of zus die waarschijnlijk ergens in de buurt rondzwerven. Met zijn drieën genieten we ademloos totdat hij tien minuten later vertrekt, op zoek naar zijn soortgenoten.
beeldkunst
Vanuit Mana Pools rijden we via een alternatieve route dwars door de binnenlanden naar Tengenenge, een kunstenaarsdorp waar ik al eerder, in januari wilde zijn. De route is lang en eenzaam. Honderden kilometers lang zien we niemand en pas als we even pauzeren weten we waarom: de tsetse’s vliegen massaal de auto in. Geen mens kan hier overleven. Bijna honderd kilometer verder vinden we gelukkig een wild-kampeerplek waar we geen last van ze hebben. Het is maar goed dat wij Tengenenge nu pas bezoeken. In deze immens grote openlucht gallery staan zeker duizend beeldhouwwerken waar we heel gretig van worden. Zimbabwe staat bekend om haar kwalitatief hoogstaande Shona-sculpturen, gehouwen uit serpentijn en graniet. Pas sinds de zestiger jaren van de vorige eeuw kreeg deze kunst de wereldwijde aandacht die het toekomt. Het zijn meestal figuratieve beelden, soms wat abstracter, waarin mensen, (fabel)dieren en menselijk gedrag centraal staan. De Nederlandse boer Tom Blomefield richtte in 1966 op zijn landgoed het kunstenaarsdorp op. Inmiddels werken er drie generaties kunstenaars, circa 150 in totaal. De allerjongste kunstenaars krijgen een opleiding in het dorp en mogen blijven als ze genoeg talent hebben. Het zijn prachtige werken, rijk in variatie, thema en stijl. Bezoekers die een beeld kopen moeten zich beperken in formaat en gewicht; de aankoopkosten zijn erg laag, maar het transport is duur. Wij hebben de hele reis nauwelijks iets gekocht, maar hier kunnen wij ons niet inhouden. Midden in het dorp slaan wij onze tent uit en nemen ruim de tijd om te praten met de kunstenaars, alles te bekijken en opnieuw te bekijken. Hoe langer we rondkijken, hoe moeilijker de keuze is. De kinderen kijken vanaf een afstand toe. Ze hebben geleerd Mzungu met rust te laten. Vroeg in ochtend warmt Angasa, een mooie vrouw en dochter van een onlangs overleden kunstenaar, water voor me op en was ik me in de badkamer naast het kippenhok. Daarna kiezen we tien beelden uit. Het dorp is blij met iedere dollar die binnenkomt, want niet veel toeristen bezoeken deze plek. Kunstenaars en hun familie helpen ons met het inpakken en opbergen van de beelden. Ik geef ze mijn oude wandelschoenen en wat kleding die ik niet meer draag. De gordijntjes die buurvrouw Lida in Nederland voor ons maakte, komen goed van pas en beschermen onze aanwinst op onze verdere reis. Een ding is zeker: met die honderd kilo extra op ons roofrack hadden wij en onze auto de Leopard Road niet heelhuids overleefd.
Balans opmaken
In hoofdstad Harare blijven we ruim vier dagen, in afwachting van ons visum naar Mozambique. Voldoende tijd om de lekkende stuurwielbekrachtiging te laten repareren en onze balans op te maken. We besluiten eerder dan verwacht naar Nederland terug te keren. Ons retourticket hebben wij maximaal vooruit geboekt, maar hadden we willen verlengen. We besluiten twee maanden eerder terug te komen. Tijdelijk, want we willen onze reis verder afmaken. Half september gaan we terug naar Nederland om onze vrienden, familie en vooral onze pas geboren kleinzoon te knuffelen en om onze Hof aandacht te geven. In Harare ontmoeten wij George, de eigenaar van het hostel waar we verblijven, opnieuw. Maar deze keer is er meer contact en ontdekken we elkaars passies en dromen. Ik ben verliefd geworden op een oud, klein beeld op de binnenhof, een traditionele buste van een Shona-chief. Zelden heb ik zo’n verfijnd bewerkt en expressierijk beeldje gezien. Ik vraag hem het beeld aan ons te verkopen, maar hij twijfelt. George studeerde economie in Nederland, maar was het niet eens met de vorm van hulpverlening door de Nederlandse NGO die zijn studie betaalde. Hij voegde de daad bij het woord en begon al in zijn studententijd met succes een NGO in Zimbabwe waarin duurzaamheid een kernbegrip was. Van een wereldwijd opererend bedrijf kreeg hij een prijs voor zijn concept. Hij vertelt ons over zijn toekomstplannen in Zimbabwe en raakt bij ons een gevoelige snaar. Zijn ideeën komen verrassend veel overeen met die van ons. Tot ons vertrek houdt hij ons in spanning over het beeldje van de ‘wijze man’ en we mogen het alleen maar meenemen als we beloven serieus na te denken over zijn vraag hem een aantal maanden in Zimbabwe te komen helpen. Daar hoeven we niet lang over na te denken. Het antwoord op die vraag hebben we nog niet, maar de ‘wijze man’ gaat ons helpen dat te vinden.
Om al onze foto’s te bekijken, klik hier door voor onze foto’s op Flickr,
Om onze route door Zambia te zien en te kijken waar we nu zijn, klik hier door naar onze pagina op Polarsteps,
Info en websites van overnachtingsadressen in Zambia deel 2:
Tangianyika Lodge, Mpulungu
Nkupi lodge, Mpulungu (nkupilodge@hotmail.com)
www.shiwasafaris.com (Kapisha Hot Springs Lodge, Shiwa/Ngandu)
www.mutinondozambia.com (Mutinondo wilderness/mayense camp)
www.kasanka.com (Shoebillcamp Bangweulu wetlands)
www.openafrica.org (kwala farm/kabamba)
www.openafrica.org (Lake Waka Waka Community Campsite/Chalilo)
Forest Inn, Farm 2917/Kapiri-Mposhi
Wonder Gorge, wild camping
www.pioneercampzambia.com (Pioneer Camp/Lusaka)
Kwalata Lodge, Lower Zambezi/Chiawa
Samango Lodge mr. Anderson, Lower Zambezi/Chiawa
www.kiambi.co.za (Kiambi Safari/Chiawa)
www.chingwe.com (chongwe river Camp/Chirundu)
Info en websites van overnachtingsadressen in Zimbabwe deel 2:
Bushcamp Mana Pools
www.tengenengeartcommunity.com (Tengenenge)
www.smallworldlodge.com (Harare)
www.smallworldlodge.com (Vumba Mountains)
Lieve Bertie,
Heel veel plezier deze laatste dagen op het schitterende continent Afrika waar je ons allen zo van hebt laten meegenieten.
Een hele behouden en veilige terugreis. Wens jullie heel veel plezier bij het bewonderen van jullie kleinzoon en het omarmen van al jullie geliefden.
Wie weet zien we elkaar nog voordat jullie terugkeren en anders zal ik met veel plezier jullie nieuwe avonturen lezen.
Liefs
Marijn
Hè Marijn. Thx. We verheugen ons op Nederland. Het zal ook wennen zijn: het weer, de schema’s, de media, de luxe……. Haha. Wie weet ontmoeten we elkaar.
Lieve Bertie,
Heel veel plezier deze laatste dagen op het schitterende continent Afrika waar je ons allen zo van hebt laten meegenieten.
Een hele behouden en veilige terugreis. Wens jullie heel veel plezier bij het bewonderen van jullie kleinzoon en het omarmen van al jullie geliefden.
Wie weet zien we elkaar nog voordat jullie terugkeren en anders zal ik met veel plezier jullie nieuwe avonturen lezen.
Liefs
Marijn
Hè Marijn. Thx. We verheugen ons op Nederland. Het zal ook wennen zijn: het weer, de schema’s, de media, de luxe……. Haha. Wie weet ontmoeten we elkaar.
Hallo Bertie en Frans, weer een prachtig en indrukwekkend verhaal en idem foto’s, het klinkt afgezaagd maar ik lees ze in een stuk uit. Prachtig om te lezen dat je alles of in ieder geval veel van je af hebt kunnen gooien Bertie, dat zal inderdaad bevrijdend zijn lijkt me. Ondanks de prachtige verhalen en foto’s zijn we blij jullie binnenkort in de armen te kunnen sluiten, het is prachtig, mooi, geweldig enz enz maar……..wel erg lang om jullie niet te zien. Weliswaar in gedachten dichtbij, in praktijk een lichtjaar hier vandaan. We zijn geen types die de deur bij elkaar plat lopen maar bijna een jaar is best een hele tijd. Geniet nog van jullie laatste tijd daar, een behouden terugreis en tot gauw. Coby en Theo
Ik houd wel van afzagen! 🙂 tot snel.
Hallo Bertie en Frans, weer een prachtig en indrukwekkend verhaal en idem foto’s, het klinkt afgezaagd maar ik lees ze in een stuk uit. Prachtig om te lezen dat je alles of in ieder geval veel van je af hebt kunnen gooien Bertie, dat zal inderdaad bevrijdend zijn lijkt me. Ondanks de prachtige verhalen en foto’s zijn we blij jullie binnenkort in de armen te kunnen sluiten, het is prachtig, mooi, geweldig enz enz maar……..wel erg lang om jullie niet te zien. Weliswaar in gedachten dichtbij, in praktijk een lichtjaar hier vandaan. We zijn geen types die de deur bij elkaar plat lopen maar bijna een jaar is best een hele tijd. Geniet nog van jullie laatste tijd daar, een behouden terugreis en tot gauw. Coby en Theo
Ik houd wel van afzagen! 🙂 tot snel.
Adembenemend, lieve schat…
Adembenemend, lieve schat…
Complimenten!! Alsof we er achteraan lopen. Goede reis!
Hè Joe. Leuk je reactie. Er achter aan lopen? Weet je t zeker? We hebben 36.000 op de teller staan …….:-)
Complimenten!! Alsof we er achteraan lopen. Goede reis!
Hè Joe. Leuk je reactie. Er achter aan lopen? Weet je t zeker? We hebben 36.000 op de teller staan …….:-)
Lieve Bertie en Frans,
Ik wens jullie een goede terugreis en heeeel veel vreugde om jullie familie weer in de armen te kunnen sluiten.
“Openstaan voor alles wat zich aandient”, een vaardigheid die je zeker ook goed bij terugkomst naar Nederland kan gebruiken. Meestal is de cultuur’shock’ in die richting van je reis het grootst.
Veel liefs en nogmaals een goede reis! Katja
Lieve Bertie en Frans,
Ik wens jullie een goede terugreis en heeeel veel vreugde om jullie familie weer in de armen te kunnen sluiten.
“Openstaan voor alles wat zich aandient”, een vaardigheid die je zeker ook goed bij terugkomst naar Nederland kan gebruiken. Meestal is de cultuur’shock’ in die richting van je reis het grootst.
Veel liefs en nogmaals een goede reis! Katja